1. en het dier niet bij de ingang van de tent van ontmoeting brengt om het de HEERE als offergave aan te bieden vóór de tabernakel van de HEERE – die man moet het bloed aangerekend worden; hij heeft bloed vergoten. Daarom moet die man uit het midden van zijn volk uitgeroeid worden,
  2. opdat de Israëlieten hun offers, die zij nu nog in het open veld brengen, naar de HEERE brengen, naar de ingang van de tent van ontmoeting, naar de priester, en ze als dankoffers aan de HEERE offeren.
  3. De priester moet dan het bloed op het altaar van de HEERE bij de ingang van de tent van ontmoeting sprenkelen en het vet in rook laten opgaan als een aangename geur voor de HEERE.
  1. De HEERE sprak tot Mozes:
  2. Spreek tot Aäron, tot zijn zonen en tot al de Israëlieten, en zeg tegen hen: Dit is het woord dat de HEERE geboden heeft:
  3. Iedereen uit het huis van Israël die een rund, een lam of een geit in het kamp slacht of die juist buiten het kamp slacht,
Door de copyrights van de Herziene Statenvertaling kunnen we u hier slechts enkele verzen laten zien. U kunt de verzen van de Herziene Statenvertaling wel toevoegen aan uw liturgie.