1. Dit was de bewerking van de kandelaar: tot zijn schacht was hij van gedreven werk van goud, tot zijn bloesem was het van gedreven werk van goud; overeenkomstig de verschijning die de HEERE Mozes getoond had, zo maakte hij de kandelaar.
  2. De HEERE sprak tot Mozes:
  3. Neem de Levieten uit het midden van de Israëlieten en reinig hen.
  1. De HEERE sprak tot Mozes:
  2. Spreek tot Aäron en zeg tegen hem: Wanneer u de lampen aansteekt, moeten de zeven lampen licht verspreiden in de richting van de voorzijde van de kandelaar.
  3. Aäron deed dat: aan de voorzijde van de kandelaar stak hij de lampen ervan aan, zoals de HEERE Mozes geboden had.
Door de copyrights van de Herziene Statenvertaling kunnen we u hier slechts enkele verzen laten zien. U kunt de verzen van de Herziene Statenvertaling wel toevoegen aan uw liturgie.